Ik wil een gedicht schrijven
over de oudste dingen in dit huis,
over de gitzwarte gitaarklem
al drie keer gerepareerd,
over dat versleten overhemd
dat ik maar niet weg kan gooien,
over die ene Schotse mok
die nog niet is gebroken.
Elke dag vallen nieuwe folders in de bus,
tijdschriften waarop ik geabonneerd ben
roepen me toe wat ik moet
kopen wat ik moet weten
waar ik naar toe moet gaan wie ik moet zijn.
Vandaag heb ik genoeg
aan oude dingen.
Ik lees in jouw gedichten
tot de zon gaat schijnen
op de scheve schutting
en het weerbarstige onkruid
dat de lente voorbereidt.
Dit gedicht, geschreven in juni 2007, is geplaatst in Meulenhoffs ‘Dagkalender van de poëzie 2011’. Het thema van de terugkerende poëziewedstrijd was dat jaar ‘dierbare bezittingen’. Uit de honderden inzendingen van lezers kozen de samenstellers, Tjitske Jansen en Victor Schiferli, een twintigtal gedichten.
Zie voor een toelichting op de thematiek ook het korte interview dat Jantsje de Boer mij afnam bij mijn deelname aan Slam-Zeist oktober 2007.