Twaalf ribben

 

Ons kind is bang voor suikerspinnen.
Het spiegelpaleis in haar hoofd is beslagen.
Zij is de schim binnen dit spookhuis.
 
Eten is hier hogere wiskunde
met rijstkorrels na de komma,
tafels gedekt met breuken.
 
Het model op de flatscreen juicht haar toe.
Samen snijden ze het brood van de korsten.
Lopen op eetstokjes over onaangeroerde borden.
 
Geen snoep in de gaatjes van haar tanden.
Zij is twaalf ribben,
aangelengd met water.
 
 
Jana Arns

uit: Het is het huis dat niet goed alleen kan zijn (2019)
uitgever: Uitgeverij P


Winnaar Literatuurprijs Zeist 2018. De oorspronkelijke titel van het gedicht was ‘A. Nervosa’, maar de jury vond dat afbreuk doen aan het gedicht en wijzigde het naar ‘Twaalf ribben’: “Zo’n krachtige tekst, bij zo’n wankele aandoening, met plek voor precies goed getroffen taalvondsten: bang voor suikerspinnen en rijstkorrels achter de komma of lopen op eetstokjes. En dan al die afgepaste doorkijkjes en verbindingen tussen de pijnhopen van moeizaam leven.”

Reacties zijn gesloten.