Spreekuur

———————–voor doktoren en professoren in ziel en taal

God in de hemel, beesten van mensen
hebben mij in hun macht.
Zij komen samen ter conferentie
en spreken zacht
in gebroken talen, niet thuis te brengen;
maar ik schreeuw tegen ze, op zielsgezag,
een woord uit een oude grammatica:
dat ik godverdomme verga
en tot een vod lig te verslenzen.

Gramschap springt als een panter over
en mijn keel is een vat met bloed.
Een ziedende eb en vloed
onmacht en haat tegen deze doven,
die alleen in hun witte bef geloven,
brandt in schuim over de tafel.

Binnen hun ijdele monologen
worden de woorden niet afgewogen
op kerngewicht en draagvermogen,
geboorte of richtingskracht,
maar gehuurde zinnen, te pas gebracht,
verhinderen de begripmatigheid,
waarop het redelijk inzicht wacht;

en de hoop is een krijtwit kind, dat lacht
tegen de rover, die het slacht.


Gerrit Achterberg (1905 – 1962)

uit: Blauwzuur (1969)
eerste publicatie: Columbus, 1947–1


Dit gedicht was mij tot grote steun, toen ik februari 2019 voor de zoveelste keer naar de bedrijfsarts moest. Een ‘dove’ arts, die zich bedient van ‘gehuurde zinnen’. Een instrument binnen een machtsstructuur, die zich verschuilt achter regels. Tot zover mijn persoonlijke boosheid.

Gerrit Achterberg heeft op geniale en tijdloze manier het gevoel verwoord, dat velen in de spreekkamer hebben. Vooral in de psychiatrie, waarin alles wat je zegt geduid wordt. “Alles wat je zegt kan tegen je gebruikt worden.” In politieseries krijgt de verdachte dit tenminste nog te horen, het is in de spreekkamer iets waar de patiënt door schade en schande langzaam achter komt.

Gerrit Achterberg is één van de grootste dichters van de twintigste eeuw, met een imposant oeuvre: meer dan 1000 pagina’s telt zijn Verzamelde gedichten. Helaas deed Gerrit A. niet onder voor Michael P. In 1937 schoot Achterberg zijn hospita dood en verwondde hij haar 16-jarige dochter Bep in de commotie die ontstond toen hij op zijn kamer Bep aanrandde. Hij meldde zich zelf bij de politie en werd tot tbs veroordeeld. Tot augustus 1943 verbleef hij in diverse (forensisch-)psychiatrische inrichtingen. Daarna volgde een periode van resocialisatie tot de tbs in 1955 definitief werd opgeheven. ‘Spreekuur’ getuigt van het gevoel van vernedering, dat hij tijdens diverse behandelingen en beoordelingen ervaren heeft. Dat ik het ondanks deze morbide achtergrond (de moord op zijn hospita staat niet op zich) hier toch een plek geef op mijn website, is vanwege de kracht en actualiteit van het gedicht, dat haarscherp de machtsverhoudingen binnen de spreekkamer analyseert.

Reacties zijn gesloten.