Centrale sensitisatie


Pijn is soms een misverstand,
een omweg, proces verbaal.
De vingertoppen van de neuroloog
drukten zachtjes tegen elkaar.
De signalen in het menselijk brein
worden niet altijd goed begrepen.
Ik dwaalde af toen hij vol vuur
over zijn oude buizenversterker
begon, de warmte sloeg ervan af.
Op de radio kreeg een bestuurder
een taakstraf vanwege het negeren
van alarmsignalen. De arts keek op.
Wanneer u dat verschil begrijpt
hoeft u niet meer terug te komen.


Eric van Loo – augustus 2019


De waarschuwingslampjes op het dashboard worden vaak gebruikt om patiënten met chronische pijnklachten iets uit te leggen over hoe pijn werkt en hoe pijnsignalen door het brein verkeerd begrepen kunnen worden. Neuroloog Jan van Gijn doet dat voortreffelijk in Lijf en leed (2011). In Hoofdstuk 3 – Een verkeerd afgesteld alarm – legt hij uit dat pijn niet altijd betekent dat er ergens iets kapot is op de plek waar je de pijn ervaart: “Al met al heeft het woord ‘voelen’ dus twee dimensies: een beperkte (‘ik voel een prik’) en een ruimere (‘Ik voel me naar’). Die twee dimensies zijn ook in het zenuwstelsel terug te vinden: een primair projectiesysteem (waar? wat?) en een modulerend systeem (hoe sterk?).”

Hij beschrijft in dit hoofdstuk twee patiënten die mede door deze uitleg wonderwel opknapten. Een 53-jarige vrouw wendt zich tot de neuroloog vanwege jarenlang bestaande onafgebroken pijn in haar rug en rechterbeen. Ze brengt inmiddels het grootste deel van de dag in bed door. Van Gijn vermoedt dat er bij deze vrouw, die een indrukwekkende medische voorgeschiedenis heeft met veel operaties, sprake is van ingesleten pijngedrag. Hij stimuleert haar om ondanks de pijn zeer geleidelijk activiteiten te gaan ondernemen. Van belang daarbij is een tijdscontingente opbouw, dat wil zeggen dat het uitbouwen van activiteiten planmatig gebeurt en niet op geleide van de pijn. Langzamerhand knapt ze op en is ze na een tijdje in staat weer zelf huishoudelijk werk en enige activiteiten buitenshuis te verrichten. Een 29-jarige secretaresse was vanwege klachten die begonnen met pijn in de gewrichten van beide duimen in de ziektewet beland. Van Gijn vond haar een bezorgde en gejaagde indruk maken. Hij vermoedde een in korte tijd opgekomen angststoornis, en schreef een SSRI voor: “Na een aantal weken behandeling (één pilletje ’s avonds) nemen de klachten van patiënte aanzienlijk af en op den duur verdwijnen ze helemaal.”

Mooie voorbeelden. Zonder te veel in te gaan op mijn eigen klachten, kan ik wel vermelden dat beide interventies bij mij al meerdere malen zijn toegepast – zonder succes. Ook van andere lotgenoten met uiteenlopende ziektebeelden ken ik de klacht, dat hulpverleners blijven aandringen op meer bewegen, terwijl dat averechts werkt. Hulpverleners gaan te veel uit van mensen die goed herstellen van inspanning en daardoor trainbaar zijn. Gezondheid als norm.

Misschien moeten we soms signalen van ons lichaam negeren, omdat zoals Van Gijn stelt sprake is van een verkeerd afgesteld alarm. Maar wat als het negeren van waarschuwingslampjes tot meer fysieke ellende leidt? Wie moeten we dan vertrouwen: de hulpverlener aan de veilige kant van het bureau of onszelf – door schade en schande wijs geworden?

Terwijl ik me in deze zaken verdiepte, hoorde ik op het nieuws een bericht over een automobilist die was veroordeeld omdat hij de gele controlelampjes van de bandenspanning op het dashboard had genegeerd. Hij was daardoor op de linkerrijstrook van de snelweg stil komen te staan, wat leidde tot een ernstig auto-ongeluk. De verslaggever sprak van een unicum: onze auto’s worden steeds slimmer en het is nu dus zelfs strafbaar wanneer we bepaalde waarschuwingssignalen negeren.

Reacties zijn gesloten.