Neem mijn woeker niet persoonlijk.
Ik ben het resultaat van een proces:
een eiwit op een rare plaats,
een ketting met een valse kraal,
een klok die sneller dan zijn slinger slaat.
Het is niet tegen u bedoeld en allerminst de straf
voor een vergrijp. Link mij niet aan een fout.
Uw zonde laat mij koud. Uw lijden is rein.
Een zuiver lot. Zonder reden doe ik pijn.
Dien gerust klacht in bij uw DNA of bij een god.
Er is geen tribunaal bevoegd. Ze kennen er
niet eens mijn naam. Ik tik maar wat
met mijn stok langs uw genetisch materiaal.
Erwin Steyaert
uit: Pazzi di Parole (2017). Lopen op los zand. Gedichten om kanker neer te schrijven.
uitgever: Uitgeverij P.
Een apologie is een verdedigingsrede, een verweer tegen als onterecht ervaren beschuldigingen. Maar wie is eigenlijk de ‘ik’ in het gedicht? In de eerste twee strofen mogelijk een tumor, ‘het resultaat van een proces’. Strofe twee begint feitelijk, en eindigt met een sterke metafoor, waarin de alliteraties het gevoel van versnelling, van ongeremde groei, versterken. In de loop van het gedicht, en zeker in de laatste twee regels, lijkt de ‘ik’ meer ‘Kanker’ zelf, als geest, als personificatie. De strekking van het gedicht is geruststellend en afschrikwekkend tegelijk. Geruststellend: de patiënt heeft geen schuld aan zijn aandoening. Afschrikwekkend: evenals Magere Hein komt Kanker zonder aanzien des persoons langs. Hij doet maar wat, en toont zich onverschillig over wat hij aanricht.
De Vlaamse dichtersgroep ‘Pazzi di Parole’ boog zich enkele jaren over het thema kanker. Dat leverde een dikke bundel op, met een indrukwekkende verscheidenheid aan gedichten. ‘Apologie’ springt er qua benadering uit. Het gedicht is een intelligente aanval op het moralisme, dat bij ziektes nog steeds hoogtij viert, des te sterker naarmate zij onbegrepen zijn. Lange tijd was ziekte een straf van God voor begane zondes. In de 20e eeuw kwamen de psychologische verklaringen op: ziekte als expressie van de persoonlijkheid, als uitdrukking van psychische problemen (1). In de 21e eeuw lijkt een nieuwe dimensie aan het schuld-denken bij ziekte te worden toegevoegd: ziekte als gevolg van een verkeerde leefstijl.
(1) Susan Sontag analyseert dit messcherp in Illness as Metaphor (1978):
Teasing out the similarities between public perspectives on cancer (the paradigmatic disease of the 20th century before the appearance of AIDS), and tuberculosis (the symbolic illness of the 19th century), Sontag shows that both diseases were associated with personal psychological traits. In particular, she says that the metaphors and terms used to describe both syndromes lead to an association between repressed passion and the physical disease itself. She notes the peculiar reversal that “With the modern diseases (once TB, now cancer), the romantic idea that the disease expresses the character is invariably extended to assert that the character causes the disease–because it has not expressed itself. Passion moves inward, striking and blighting the deepest cellular recesses.”