Ouderdom

 

Ik houd meer van oude mensen.
Ze zitten naar ons te kijken en zien ons niet.
Ze hebben genoeg aan zichzelf,
als vissers langs grote rivieren,
stil als stenen
in de zomernacht.
Ik houd veel van vissers langs grote rivieren
en bejaarden en zij die na een lang ziekbed
weer naar buiten gaan.
 
Er zit iets in hun ogen
wat de wereld niet meer ziet,
de oude mensen, als herstellenden
wier voeten nog niet sterk genoeg zijn
hun voorhoofd bleek als na hoge koorts.
 
De oude mensen
die langzaam weer zichzelf worden
en langzaam oplossen,
als een nevel, ongemerkt gaan ze over
in slaap
en licht.
 
 

Rolf Jacobsen (1907-1994)
vertaling Amy van Marken

uit: De stilte achter mijn voet (1994)
uitgever: Holmsterland/SKF

____

Dit gedicht wordt door Ellen Deckwitz besproken in haar boek Olijven moet je leren lezen (2016). Ze zegt hierover o.a. “In dit gedicht is de bejaarde niet langer het hulpvretende type dat wij er in onze samenleving zo graag van maken, nee: bejaarden ‘hebben genoeg aan zichzelf’. Het zijn mensen die vanwege hun ouderdom niet meer vervelend worden gevonden, maar prettig. Zo schrijft Jacobsen: ‘Ik houd veel van vissers langs grote rivieren / en bejaarden en zij die na een lang ziekbed / weer naar buiten gaan’. De bejaarde is niet meer iemand in een afgetakeld lijf. Hij is herstellende. Door deze vergelijking wordt het leven juist een ‘lang ziekbed’, en kan je de dood zien als een genezing.”

Reacties zijn gesloten.