Hoe het voelt om oud te zijn

 
Ik ben nu oud, het wordt door zovelen gezegd.
En als het niet wordt gezegd, dan wordt het verzwegen.
Ik lees het in elke blik die zich op mij richt,
in elk gebaar dat in mijn richting wordt afgegeven,
in elke groet die in het niet wordt geschreven,
in elke zucht, in de glimlach die mij overslaat.
 
Hoe voelt het om oud te zijn? wordt mij gevraagd.
Het voelt lang niet slecht, geef ik eerlijk toe.
Het voelt vaak goed, niet zo lang meer te hoeven leven
en afscheid te nemen van jou, u, jullie, voorgoed.
Maar je bent wel ver van je geboorte afgeraakt
en nu werkelijk heel dicht bij de dood gedreven.
 
Soms, als je de hoek van een straat omslaat,
het is winter, voel je zijn adem brutaler dan toen
je nog jong was, en sterk, en een stootje kon geven.
Je voelt je tot onder je kleren koud, en heel naakt.
Je gruwt van de dood, al is het slechts even.
Kom, gauw naar huis, denk je, want je voelt je geraakt.
 
 

Adriaan Morriën (1912–2002)
 
uit: Verzamelde gedichten (1993)
uitgever: Van Oorschot


Dit gedicht trof ik aan op de uitnodiging voor de Plantage Poëziewedstrijd 2012. Niet vermeld werd uit welke bundel of in welk jaar hij dit gedicht schreef. (Als iemand het weet houd ik me aanbevolen.)

Adriaan Morriën (1912 – 2002) bereikte een zeer hoge leeftijd. Het hier weergegeven gedicht ademt ouderdom. Ik vind de eerste strofe het meest treffend, waarin hij op subtiele wijze beschrijft te ervaren niet meer mee te tellen. De tweede en derde strofe handelen meer over de aanvaarding van het naderende einde zo niet regelrecht doodsverlangen. De laatste twee regels van de tweede strofe voelen erg als cliché, stoplap. Hij had blijkbaar nog wat lettergrepen nodig. Maar met de dubbelzinnigheid van ‘kom gauw naar huis’ in de slotregel wordt veel goedgemaakt.

Reacties zijn gesloten.