zijn kamer wordt zo groot
als de omtrek van haar wezen
in elke centimeter huist herinnering
uit de kast pakt hij het ene kopje
het andere blijft doelloos staan
het gedeelde leven van de alledaagse dingen
nu voorgoed voltooid verleden tijd
uit zijn ooghoek rolt een traan –
na zestig jaar
plots als in een droom
is zij van hem heengegaan
Oeke Kruythof (1938)
uit: ‘OPUS 100: gedichten 1991-1994’
uitgever: Language Editing
Dit gedicht, geschreven bij een foto van Adriaan Gorter, ademt een stil verdriet. Alledaagse dingen herinneren de weduwnaar elk moment van de dag aan zijn overleden vrouw. Alles in het gedicht draait om de afwezige, zonder dat zij zelf direct in beeld komt. Juist door de algemene bewoordingen wordt het onontkoombare voelbaar. Twee mensen, een leven lang samen, en één die achterblijft.