Je ziet hoe het gebeurt
het is klaarlichte dag – en het gebeurt
voor je ogen zie je hoe het lichaam
van een man
levend afdaalt in de aarde.
Het is heel licht, het is van dat hevige
verzadigde zomer-licht waarin je weer even ziet: ja dit
dit was het landschap
hemel en aarde verbonden door grasgroene bomen.
Lichaam, denk ik, als je mijn eigen lichaam bent
waar heb je me gevonden
waar breng je me heen
waar laat je me gaan
en wat is het in dat hoofd van mij
angst of verlangen, weerzien of afscheid
voor aarde, van aarde, naar aarde.
Rutger Kopland (1934–2012)
uit: Over het verlangen naar het sigaret (2001)
uitgever: Van Oorschot
De dichter liet zich voor dit vers inspireren door een reeks schilderijen van Co Westerik met dezelfde titel. De schilderijen zijn eenvoudig van aard, maar onder de naïeve beelden gaat een voelbare spanning schuil. De woorden van Kopland zijn ook eenvoudig, maar zorgvuldig gekozen. De schilderijen herinneren de dichter aan zijn eigen sterfelijkheid. En hij speelt ons de vragen door, vrij vertaald: ‘Wat blijft er van me over als dat lichaam van mij in de aarde afdaalt?’ Of misschien moet ik het niet vertalen, want in zijn bijna kinderlijke bewoordingen klinkt zoveel meer mee. ‘Gedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren’.