–
Waarom wordt er eigenlijk zoveel over poëzie geschreven? Spreekt poëzie dan niet voor zich?
Poëzie is een geconcentreerde vorm van taal. Een bundel lees ik nooit in één ruk uit, ook al zijn het maar veertig pagina’s. Lezen en schrijven over poëzie helpt me om langer bij een gedicht stil te staan. De analyse van het ene gedicht helpt me ook bij het lezen van een ander gedicht, of het nu van dezelfde schrijver is of een heel ander genre betreft.
Op deze pagina vindt u een overzicht van wat ik de laatste jaren zelf over poëzie heb geschreven:
–
Meander-Klassiekers
Meander Klassiekers, in 2000 opgezet door Joop Leibbrand, wil een overzicht bieden van het beste werk van de bekendste Nederlandse en Vlaamse dichters van na 1880. Ik was al lang een trouwe lezer, voor ik december 2012 mijn eerste Klassieker schreef. Al snel kreeg ik de smaak te pakken. Na het overlijden van Joop Leibbrand nam ik najaar 2015 het redacteurschap over.
163: Jean Pierre Rawie – Voorgoed
168: Menno Wigman – Rien ne va plus
171: Ingmar Heytze – Hoor eens ik haat je
176: Toon Tellegen – Men moet
180: Adriaan Morriën – Afscheid
187: Remco Campert – Poëzie is een daad
195: Rutger Kopland – De laatste bevindingen
204: Charles Ducal – Ballade van de zee
215: Joost Zwagerman – Liefde is een platitude
227: Willem Wilmink – Voorspoken
237: Jules Deelder – Spartaans gedicht
–
Eerste Indrukken op Ooteoote.nl
Ooteoote, vernoemd naar Jan Hanlo’s legendarische klankgedicht, is een literaire website met het zwaartepunt op poëzie. In de rubriek ‘Eerste Indrukken’ worden gedichten uit recent verschenen bundels besproken – een soort alternatieve recensie. Op uitnodiging van Jeroen van den Heuvel licht ik vanaf mei 2017 af en toe een gedicht uit een bundel die ik voor Meander recenseerde.
EI 41: Joost Baars – ach, ganzen van de flevopolder
EI 45: Erwin Steyaert – Gedicht voor Molly Bloom
EI 48: Marije Langelaar – Optellen
EI 53: Wiel Kusters – Brief in een nachtkastje gevonden
EI 63: Jean Pierre Rawie – Boven het gras
EI 64: Anton Korteweg – Ouderwets mannetje, Leiden, jaren zestig
EI 69: Dorien De Vylder – Open grenzen
EI 74: Joris Miedema – Prooi
EI 76: Karim Schelkens – LVIV
EI 91: Jana Arns – Maandag
EI 98: Peter Swanborn – Deductie
EI 120: Désanne van Brederode – Periferie
EI 135: Bibi Dumon Tak – De wilde kameel
EI 152: Will van Sebille – Wiegeliedje
EI 173: Lucienne Stassaert – Het voelt niet aan als een gewicht
EI 179: Victor Vroomkoning – Wachten op de nacht
–
Columns op Meander
Februari 2019 verscheen een nieuwe rubriek op Meander: de zondagse columns. Vanaf juni 2019 mocht ik de column op de tweede zondag van de maand verzorgen. Oorspronkelijk was ‘Dagboek van een redacteur’ bedoeld als kijkje achter de schermen, maar al snel waaierden de onderwerpen alle kanten op. Een mooie uitdaging om op een andere manier over poëzie te schrijven.
Column #1 – De verhuizing van de Klassiekers naar de nieuwe Meander-website
Column #2 – Over het wit in de poëzie en wat WordPress daarmee doet
Column #3 – Wat als Marsman nu zou debuteren?
Column #4 – Typfouten, komma’s en andere redactionele ervaringen
Column #5 – Met Kopland en Nijhoff op de camping
Column #6 – Over alcohol en poëzie
Column #7 – Dromen van anonieme gedichten
Column #8 – Hoe de schilderijen van Edward Hopper aanzetten tot poëzie
Column #9 – Schrijver of schrijfster, dichter of dichteres, what’s in a name?
–
Recensies op Meander
Voorjaar 2016 nodigde Hans Puper mij uit om recensies te schrijven voor Meander, en later zelfs om mee te werken aan de redactie van de recensies. Leerzaam en verdiepend. Meander heeft veel aandacht voor het werk van beginnende dichters, maar ook de gevestigde uitgeverijen sturen ons hun bundels op. Een kleine greep uit de bundels die ik de afgelopen jaren mocht recenseren (tussen aanhalingstekens de titels waaronder de recensies op Meander geplaatst zijn):
- Toon Tellegen – Wonderbaarlijk buigt zich over water – ‘Zij wil mij misleiden, verlammen en verslinden’
- Stijn Vranken – Fiat Lux – ‘Al dat schijnen zit u blijkbaar diep in het bloed’
- Elly de Waard – In die tijd die – ‘Rationele poëzie in een te strak jasje’
- Cees Nooteboom – Monniksoog – ‘Beste Phaidros, waar ga je heen en waar kom je vandaan?’
- Vicky Francken – Röntgenfotomodel – ‘Is de geest die je geeft dezelfde als de geest die je kreeg?’
- Alja Spaan – Misschien moet alles eerst op tekening hersteld – ‘In één adem geschreven’
- Alexis de Roode – Een steen openvouwen – ‘Ik ben vandaag in dienst getreden van het goede’
- Joost Baars – Binnenplaats – ‘Een veelbesproken debuut’
- Marije Langelaar – Vonkt – ‘Want wat is de echte wereld?’
- Wiel Kusters – Leesjongen – ‘Omzien in mildheid’
- Jan Kleefstra – Een mistval om het rumoer – ‘Een kaal landschap vol betoverende poëzie’
- Jean Pierre Rawie – Handschrift – ‘Het tenue de ville van de dichter’
- Frank Boeijen – Palermo – ‘Losgezongen van de muziek’
- Remco Campert – Open ogen – ‘De ontwapenende blik van de oude dichter’
- Jana Arns – Nergens in het bijzonder – ‘Lichtvoetige zwaarte’
- Radna Fabias – Habitus – ‘Een poëtische dijkdoorbraak’
- Peter Swanborn – Het wolkenreparatieatelier – ‘Over neteldrift en perelaar’
- Annemarie Estor – Niemandslandnacht – ‘Een dichtbundel 2.0’
- Romain John van de Maele – Schaduwspel – ‘Met armen vol vergeten beelden’
- Elfie Tromp – Victorieverdriet – ‘Het echte leven is een middelmatig gedicht’
- Lieke Marsman – De volgende scan duurt vijf minuten – ‘Hoe een ziek lichaam zich verhoudt tot een zieke wereld’
- Pazzi di Parole – Lopen op los zand. Gedichten om kanker neer te schrijven. – ‘Allesbehalve los zand’
- Ingmar Heytze – Ik wilde je iets moois vertellen – ‘Het donker licht gemaakt’
- Marc van Oostendorp, Raymond Noë (red.) – Grappen, wijn, volgehouden mensenhaat en poëzie – ‘Wat is een sonnet nog in dit land?’
- Gerhard te Winkel, Fred Penninga (red.) – Parade der Poëten – ‘Land leeft langer dan wij mensen’
- H. Marsman – Groots en meeslepend. Een keuze uit de gedichten – ‘Denkend aan Marsman’
- Jan Kleefstra – Windtoon – ‘Een eigentijdse Winterreise’
- e.e. cummings – Horizontale zaken. 69 gedichten over liefde, onliefde en lust & Belgium (vert. Willy Spillebeen) – ‘Een knap pe vert(ic)a ling van ecc entric Horizon talpoet ry’
- Tsead Bruinja – Ik ga het donker maken in de bossen van – ‘Compromisloze poëzie’
- Victor Vroomkoning – Tachtig. Zijn mooiste gedichten – ‘Beschouwelijke poëzie van een brave ijsbeer’
- Hagar Peeters – De schrijver is een alleenstaande moeder – ‘Ware nietverzinsels vanaf een oranje bank’
- Judith Herzberg – Vormen van gekte – ‘Rimpelloze poëzie’
- Remco Campert – Mijn dood en ik – ‘Kleine en breekbare gedichten in het zicht van’